Terug naar Gele Rijders

 

EEN RODE HUZAAR BIJ DE GELE RUDERS

 

We hebben al eerder vermeld dat de "Gele Rijders" vrijwel allemaal uit de omgeving van Arnhem afkomstig waren. Arnhem was "het nest" van de "Gele Rijders" of zoals de offi­ciële naam is "Korps Rijdende Artillerie".

 

Nog steeds vinden we daar de kazerne met daaraan verbonden een museum, waarin de roemrijke historie van het tweehonderd jaar bestaande Korps te volgen is.

Het zien van de vele veranderingen die de prachtige uniformen steeds weer onder­gingen is een lust voor het oog. Je zou bijna denken dat de pracht en praal van het uniform vroeger nog belang­rijker was dan het wapen.

 

Bij onze navorsingen naar de herkomst van "onze" Gele Rijders was het voor ons dan ook vreemd te horen dat een van hen uit Rietveld (Woerden) afkomstig was.

 

 

 

 

Afb.62  Embleem van de "Gele Rijders"

 

 

Het betreft hier:

 

Jan van Kampen

 

Na informatie bij zoon Wim van Kampen bleek dat zijn vader, Johan van Kampen, eigenlijk tot het korps der "Rode Huzaren" behoorde, welk korps in de jaren van de Eerste Wereldoorlog te Veghel gelegerd was.

Jan van Kampen, geboren op 7 februari 1892 te Rietveld, was van beroep rijtuigen-/wa­genmaker. En aangezien er bij het in Schijndel gelegerde Korps Rijdende Artillerie een wagenmaker ontbrak, werd de huzaar Jan van Kampen in 1916 naar Schijndel gedi­rigeerd en tot "Gele Rijder" gebombardeerd.

Aanvankelijk werd hij ingekwartierd bij de Schijndelse wagenmaker Dorus Heesters, vader van onze kunstschilder Jan Heesters, die in de Pompstraat zijn bedrijf had (nu: Jan Heestershuis). Maar het "boterde" niet zo goed tussen de vrouw van Dorus Heesters en Jan van Kampen, volgens het relaas van zoon Wim. Dus werd Jan overgeplaatst naar bakker Ruys aan het Kerkplein.

 

Al was Jan van Kampen dan uit de Pompstraat "verbannen", weg te houden was hij daar niet. Een paar honderd meter voorbij wagenmaker Dorus Heesters, in de slagerij van Verhagen, had van Kampen een aardig meisje ontdekt. Jan was weldra verkikkerd op dat meisje en wist haar over te halen met hem te trouwen. De bruiloft vond plaats op 14 mei 1917.

 

Volgens Jan Verhagen heeft Jan van Kampen o.a. bij Januske van Uden op den Boschweg gewerkt. Daar stond hij op "de stellingen" om van boomstammen planken te zagen. Daarna is Jan van Kampen in de Groote Straat (nu Hoofdstraat 18) een eigen wagen­makerij begonnen. In Schijndel sprak men van "unne raaimaker".

Eind twintiger jaren breidde hij zijn bedrijf uit en vestigde zich in de Voortstraat.

 

Afb.63  Jan van Kampen te paard

 

 

Uit zijn huwelijk met Miena Verhagen werden vier zonen (Cor, Janus, Jan en Wim) en twee dochters (Truus en Jet) geboren.

Op 13 januari 1950 stierf Jan van Kampen als eerste van de in Schijndel achtergebleven "Gele Rijders". Jan was toen nog geen 58 jaar oud. Zijn vrouw Miena overleed op 3 februari 1976, op de leeftijd van ruim 81 jaar.

 

 

Afb.65  Jan van Kampen staand 2e van rechts, in huzarenpak

 

 

 Terug naar Gele Rijders